1. Handoplegging

Bekijk deze presentatie. Als je klikt ga je naar de volgende dia.
Op dia 2 staat een verhaal. Bovenaan staat een rondje met een luidspreker, als je daarop klikt wordt het verhaal aan je voorgelezen.

Als de presentatie hieronder niet werkt, klik je hier. De presentatie opent dan in een nieuwe pagina.

In de bijbel

In de Bijbelse tijd drukte men met het opleggen van de handen uit dat God begaan was met de persoon op wie men de handen legde en dat men voor die persoon het goede wilde.
Bv. Jezus legt zieken de handen op. Bij de eerste christenen gaf men met de handoplegging de volmacht voor belangrijke taken door (vgl. wijding tot diaken of priester).

Opdracht

Zoek onderstaande teksten op in de bijbel en zie hoe Jezus en zijn volgelingen de handen opleggen bij anderen om verschillende redenen.

  • Mar. 10, 13-16
  • Luc. 4, 40
  • Hand. 8, 15-17
  • Hand. 9, 17-18
  • Hand. 19, 1-7

Vormsel

Als je iemand de hand op de schouder legt, wil je hem tonen, dat je hem nabij bent, dat hij op jou kan rekenen. Als je vader of moeder jou de hand opleggen, willen zij laten zien dat zij jou willen beschermen.

Tijdens het vormsel zal de vormheer jou de handen opleggen. Dit betekent:
– God beschermt je
– God zegent je en is je nabij
– God geeft je de opdracht als christen te leven.

PROFICIAT, JE HEBT DEEL 1 VOLLEDIG AF!