Het Heilig Bloed van Boxtel – Hoogstraten

Geschiedenis opgemaakt door wijlen René Van Delm, parochiesecretaris.

Deel 1 - Boxtel

In het boek 'De Boxtelse St.-Petrus' vinden we de oudst bekende lezing van het verhaal van het H. Bloed van Boxtel.

"Een priester, genaamd Egidius van den Aker, rector van het H. Geestaltaar in de kerk van Esch, die de mis opdroeg in de kerk van Boxtel aan het altaar van de heilige Driekoningen, stiet per ongeluk de kelk met het allerheiligste bloed van Christus om, dat, terwijl er met witte wijn was geconsacreerd, werd uitgestort op de doek die corporale wordt genoemd en op de altaardwaal, waarbij de witte kleur veranderde in rood en het ware bloed van Christus zich duidelijk vertoonde.
Egidius, over dit mirakel ten zeerste ontsteld, nam de doeken heimelijk mee naar huis, waar hij alles in het werk stelde om de rode kleur weg te krijgen door de doeken met loog te behandelen, ze te wassen, te wrijven en te bleken. Echter tevergeefs: noch ijver, noch moeite deden de rode vlekken oplossen. Tot op de dag van vandaag blijven ze en zullen altijd blijven tekens van het bloed van Christus. Egidius borg de doeken thuis op en bewaarde ze in het geheim. Toen hij zijn einde voelde naderen, ontsluierde hij in de biecht het geheim aan de priester."

In onze kerk bevindt zich thans nog een schilderij in 4 tafereeltjes, voorstellende het historisch-legendarisch verhaal van het H. Bloed van Boxtel, anoniem en gedateerd 1605. Het schilderij is afkomstig van het koffertje waarin de heilige doeken naar Hoogstraten werden gebracht. In 1932 heeft B. Janssens van Lier dit koffertje uiteengenomen en de 4 tafereeltjes die op de 4 wanden stonden geschilderd in één kader gezet.

Na bekendmaking van het wonder te Boxtel kwam er al spoedig grote beroering onder de bevolking. De mensen wilden de H. Doeken zien en ze zo mogelijk ook vereren.

Dit ging echter zo maar niet. De kerkelijke voorschriften in kwestie moesten gerespecteerd worden, m.a.w. er moest toelating gevraagd worden en goedkeuring in Rome of bij de legaat, de pauselijke afgezant der Nederlanden. Deze afgezant was Kardinaal Pileus, die niet in Nederland maar in Frankfort aan de Main aan het keizerlijk hof van Wenceslas verbleef. Zo spoedig mogelijk vertrok aldus een gezantschap uit Boxtel naar Frankfurt De delegatie heeft kennelijk de Boxtelse zaak goed bepleit want na een lang en rijp beraad schreef Kardinaal Pileus een akte, gericht aan Willem van Meerhem en aan het ganse Boxtelse volk dat de H.-Bloeddoeken eens per jaar aan het gelovige volk ter verering mochten getoond worden. Deze akte droeg als datum 12 juni 1380. Uit dorpen en steden stroomden de bedevaarders jaar na jaar steeds talrijker toe, en weldra was Boxtel het drukst bezochte pelgrimsoord van het Hertogdom Brabant. Dat bleef zo tot in de nasleep van het historische jaar 1648 de Hervomden de katholieke kerken in Nederland in handen kregen. De doeken dienden in veiligheid gebracht te worden.

Deel 2 - Hoogstraten

De Heer van Boxtel, Ambrosius van Horne, bracht de doeken - tussen 1648 en 1652 - in het grootste geheim over de grens. Over deze overbrenging is niets meer geweten. Volgens een bestaande legende zouden de doeken tijdens de overbrenging één wijle berust hebben in de Sint-Janskapel te Weelde-Straat. Van daaruit ging de reis verder naar Antwerpen waar de doeken zeer zeker tot in 1652 waren ondergebracht in de St.-Michielsabdij der Premonstratenzers. Vandaar uit kwamen ze naar Hoogstraten, waar ze op 26 mei 1652 voor de eerste maal plechtig vereerd werden, onder een overgrote toeloop van gelovigen. 26 mei 1652 is dus voor ons een historische datum.

Van deze overbrenging bezit onze kerk een schilderij. Dit schilderij is het 2de tafereel uit een reeks van 3 gemaakt door E.C. Schuermans in 1962 naar de doeken, toegeschreven aan Gilles in 1766 en die vernietigd werden bij de dynamitering van de toren in 1944. Het schilderij bevindt zich in het hertogelijk koor.

In Hoogstraten ging er toen al vele tientallen jaren een soort kerkprocessie uit, "ommegang" genoemd. Deze ommegang trok op bepaalde dagen door de Hoogstraatse straten. Taferelen uit het Oud en Nieuw Verbond werden er in uitgebeeld. Verschillende schuttersgilden uit Hoogstraten en omliggende stapten er mee in op. Ook reden er wagens mee, waarop taferelen uit de bijbel werden opgevoerd (wagenspelen). Dit is allemaal geen legende. In het kerkelijk archief lezen we regelmatig over de onkosten die gemaakt werden voor herstellingen in de ommegang. De eerste meldingen over de ommegang dateren uit 1457.

Toen in 1652 het H. Bloed te Hoogstraten aankwam bestond die ommegang nog steeds. Nu werd die ommegang de Heilig Bloedprocessie.
Deze processie gaat te Hoogstraten dus reeds 350 jaar uit met enkele kleine onderbrekingen tijdens woelige oorlogsjaren!