1380 - HET GROTE WONDER VAN HEILIG BLOED

Wanneer Priester Eligius van den Aker in Boxtel (Nederland) na de consecratie de kelk met de geconsacreerde wijn omstoot, kleuren de altaardoeken rood.

In paniek wast de priester de doeken in de nabijgelegen rivier maar, tot zijn grote ontzetting, verdwijnen de bloedvlekken niet (ik heb me al dikwijls afgevraagd wát er in het hoofd van Eligius  moet zijn omgegaan!).
Op zijn sterfbed maakt hij het wonder bekend aan zijn biechtvader, die de doeken laat overbrengen naar de Sint-Pieterskerk. Een afvaardiging van Boxtel vertrekt wat later naar de Pauselijke Legaat die in Frankfurt verblijft, en die op 27 juni 1380 de vergunning verleent om de Heilig-Bloeddoeken in processie rond te dragen op de eerste zondag na Pinksteren.
Boxtel werd zo het drukste pelgrimsoord van het Hertogdom Brabant, en dat gedurende haast drie eeuwen, tot het protestantisme in Nederland de katholieke kerken in handen krijgt.

1652 - HEILIG-BLOEDDOEKEN IN HOOGSTRATEN

De Heilig-Bloeddoeken werden over de grens in veiligheid gebracht, eerst te Antwerpen en in 1652 definitief te Hoogstraten, waar ze op 26 mei van dat jaar voor de eerste maal plechtig werden vereerd, onder een overgrote toeloop van gelovigen.
Meer dan 630 jaar ná de gebeurtenissen in Boxtel blijft deze grote verering en deze grote toeloop ook in Hoogstraten bestaan.

1947 - UITBOUW VAN DE NIEUWE PROCESSIE

Onder impuls van Deken Lauwerys en Remi Lens

In de prille lente van 1947 ontmoetten Deken Lauwerys en Remi Lens elkaar op het puin van de Sint-Katharinakerk, om ook de wederopbouw van de processie te bespreken, dit in aanloop tot het jubeljaar 1952.
Lens omschreef deze ontmoeting als volgt: "Hij heeft het met zijn eigen ogen moeten aanzien, als in een kwalijke droom, dat Hoogstratens toren, de trotsaard, zwijmelde als een dronken reus, en dwars in de Vrijheid neerstuikte, een zuil van rook en as... Daar stond hij nu, Lauwerys, geslagen en heel Hoogstraten met hem. Daar stond hij nu, zonder kerk, zonder Heilig-Bloedprocessie, al de kleren en gewaden verknipt en opgebruikt in oorlogsnood. Daar stond hij nu, alleen en zo berooid, toen ik hem plots voor mij zag staan. Geslagen maar niet verslagen, en mij bezwoer hem te helpen. En wie zou dat niet doen om bij de heropbouw te beginnen met het meest logische: de Heilig-Bloedprocessie".
Op dat puin besloten Lens en Lauwerys voor de uitbouw van de nieuwe processie terug naar de essentie van Heilig Bloed: "Hoogstratens Heilig- Bloedprocessie was zo vergaan in feesten, uitgangsdagen, paardenmolens, vrijagies en kermis, wierook en frituurvet, in Jan Ruysbroeck en Pieter Breughel - het rijke Roomse leven - dat wij zo na de draad waren kwijt geraakt, nl. het H. Bloed onzes Heren, de consecratie..."
En zo geschiedde. De draad werd weer opgepakt, een rijke processie werd uitgetekend rond de eucharistieviering, tijdens dewelke het Heilig-Bloedmirakel heeft plaatsgevonden.