Deze groep, gerealiseerd vanaf 1948, bestaat uit:
- 2 schildknapen met kartel
- 8 dragers met een groot kruis
- 20 meisjes met passiebloemen
- de relikwiekast van Heilig Bloed met 8 dragers
- 6 Ridders van het Heilig Bloed vergezeld van hun pages met schild
Het groot processiekruis
Het groot processiekruis werd in 1948 gemaakt door leerlingen van het VITO. De originele kledij van de dragers van het groot kruis ging in 1991 in vlammen op bij de brand die de woning van Leonie Brosens-Siemons teisterde. Aan de hand van foto’s werd door Wilaert-Algoet nieuwe kledij gemaakt: 8 zwarte fluwelen rokken en ondermouwen, witte roketten met rode fluwelen band, met kant afgezet en zwarte hoofddoek.
De Ridders van het Heilig Bloed
Het uniform is geïnspireerd op het uniform van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem, die in 1937 naar Hoogstraten gekomen waren ter gelegenheid van het Kempisch Landjuweel. Het Jeruzalemkruis is weggelaten en vervangen door een kelk (van het Heilig Bloed). De steek (hoed) is aangepast en heeft op de zijkant de Hoogstraatse kleuren. De kledij is nog steeds origineel.
De ridders worden vergezeld door hun pages.
De dragers van het schrijn
Origineel droegen de dragers van het schrijn witte alben, die in 1980 nog hernieuwd werden. In 1992 besloot men nieuwe, plechtigere kledij te maken. De Hoogstraatse kunstenaar Alex Nijs maakte een embleem, dat bij de dragers op de borst hangt.
Het schrijn
Dit bestaat uit een reliek-ostensorium en reliekschrijn onder ciborium.
Reliek-ostesorium
Gemaakt in 1760 door Michiel Verberckt , Antwerpen.
Zilveren ostensorium met zeszijdige gelobde voet op drie rocaillevoetjes, versierde voet. De ronde reliekdoos wordt omgeven door wolken, stralen, cherubijntjes.
Reliekschrijn onder ciborium
Verguld geel koper, gemaakt door de Luikenaar J. Wilmotte in 1886 naar ontwerp van H. de Tracy.
Het is een ciborium met vier gedecoreerde zuiltjes op een rechthoekig platform. Het schrijn wordt bewaard onder plexiglas (nieuw van 1965, gemaakt door Jos Martens, in vervanging van het defecte glazen omhulsel).
In 1980 werd het schrijn volledig uit elkaar genomen, deeltje na deeltje opgepoetst, gedeeltelijk verguld en gedeeltelijk met bladgoud bewerkt, daarna terug in elkaar gezet.